In 1958 had Fidel Castro de macht op het eiland Cuba gegrepen en de regering, die gesteund werd door Amerika, omvergeworpen. De Amerikanen wilden het communistische regime in hun achtertuin zover mogelijk weg hebben en besloten daarom in te grijpen. In 1961 hadden ze een invasie van het eiland in de Varkensbaai op touw gezet. In de eerste instantie leek dit goed te gaan, maar de aanvallers (anticommunistische Cubanen die getraind en bewapend waren door de Amerikanen) waren niet opgewassen tegen de luchtsteun die het Cubaanse leger had en moesten zich drie dagen later overgeven. Door deze mislukte actie van de VS breidde de macht van Fidel Castro zich alleen maar verder uit. Nog geen jaar later, in augustus 1962, ontdekte een Amerikaans spionagevliegtuig dat de Sovjets bezig waren met het plaatsen van kernwapens op Cuba. De Cubanen wilden met de plaatsing van Russische kernraketten een nieuwe invasiepoging voorkomen. Voor de Sovjet-Unie speelden er grotere belangen. De VS dreigden de wapenwedloop tussen Oost en West te gaan winnen. Ook hadden de Amerikanen onder de vlag van de NAVO raketten in Turkije en Italië geplaatst waardoor de Sovjet-Unie binnen bereik lag. Door gelijksoortige wapens dicht bij de Amerikaanse kust op te stellen wilde Chroesjtsjov de machtsbalans doen omslaan en zou hij bij onderhandelingen een belangrijke troef in handen hebben. Chroesjtsjov was ervan overtuigd dat Kennedy de raketten op Cuba zou dulden, maar Op 22 oktober 1962 maakte Kennedy in een toespraak op de televisie bekend dat hij een quarantaine instelde voor het eiland Cuba, vanwege de Russische raketbasis die een Amerikaans spionagevliegtuig had ontdekt op het eiland. Om te voorkomen dat de raketinstallaties op Cuba voltooid werden kreeg geen enkel Sovjetschip meer  toegang tot het eiland. Twee dagen later, op 24 oktober, werd de zeeblokkade van kracht. Er ontstond vervolgens een uiterst gespannen situatie, want in principe hadden de Amerikanen met de blokkade van Cuba een oorlogsdaad begaan. Als de Sovjet-Unie dit voorwendsel aan zou grijpen, of anders de blokkade simpelweg negeerde, zou het tot een treffen kunnen komen. In de week van 22 tot 28 oktober werd er veel vergaderd, zowel in Moskou als in Washington. Verder waren er contacten via ambassadeurs en via persoonlijke boodschappen tussen de presidenten onderling. Als de Amerikanen beloofden Cuba nooit aan te vallen en de Amerikaanse raketten die in Turkije waren gestationeerd zouden ontmantelen, zouden de Russische raketten worden weggehaald. Op zondagochtend 28 oktober maakte de Sovjetpremier op de radio bekend dat er een diplomatieke overeenkomst was bereikt en dat de raketbases op Cuba zouden worden ontmanteld. Hiermee kwam een einde aan crisis en kon de wereld weer opgelucht ademhalen.