Na de Tweede Wereldoorlog werd het verslagen Duitsland verdeeld in vier invloedzones. De geallieerde landen: Frankrijk, Sovjet-Unie, Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten, kregen ieder een deel van het land toegewezen om te besturen. Er ontstond een westelijk deel onder geallieerd gezag en een oostelijk deel dat viel onder de Russische invloedssfeer. De stad Berlijn, gelegen in Oost-Duitsland, werd ook in vier zones verdeeld. De Tweede Wereldoorlog was overgegaan in de Koude Oorlog waarin de Sovjet-Unie en de Verenigde Staten tegenover elkaar stonden.

Al in 1945 werden de gebieden gescheiden door middel van slagbomen. Een grenspolitiemacht hield vanaf 1 december 1946 aan de kant van de Sovjets de grenzen in de gaten. Vanaf dat moment werden de eerste grensafzettingen aangelegd. Het waren vooral barrières in de vorm van prikkeldraad.  Steeds meer inwoners proberen van Oost-Duitsland, naar het westelijk deel van het land te vluchten. Vanaf 1952 werd de grens tussen het oosten en het westen afgesloten met hekken, bewakingsposten en alarminstallaties. Het werd daardoor steeds moeilijker om van oost naar west Duitsland te komen. Een uitzondering was Berlijn. De grens die dwars door woonwijken en straten liep, was moeilijker te bewaken dan in de rest van het land. Het gevolg was dan ook dat veel Oost-Duitsers via Berlijn naar West-Duitsland vluchtten. Met name hoog opgeleide, jonge Oost-Duitsers verlieten het strenge Oost-Duitsland. De Braindrain was dan ook een bedreiging voor de Oost-Duitse economie.

Walter Ulbricht, voorzitter van de Staatsraad, het plaatsvervangend staatshoofd, en Nikita Chroetsjov, leider van de Sovjet Unie, vonden dat er iets moest gebeuren tegen de grootschalige emigratie stroom. De bouw van de muur moest ervoor zorgen dat de leegloop van middelen en personen definitief een halt zou worden toegeroepen. In de nacht van 12 op 13 augustus werd begonnen aan de bouw van de muur dwars door de stad. Bouwvakkers uit de DDR begonnen met het plaatsen van metershoge betonplaten in de stad. Al vanaf de bouw van de muur was er grote weerstand tegen de betonnen scheiding, zoals blijkt uit het polygoonjournaal uit 1961: “De Oost-Duitse communisten maakten de muur van betonblokken en prikkeldraad. Hij is 45 kilometer lang. Want ook al verdween de Brandenburgse poort achter een zover mogelijk vooruitgeschoven kunstmatige grens, kon niet verbergen dat het de toegangspoort was geworden tot het grootste concentratiekamp dat de wereld wellicht ooit heeft gekend".