Samen met de Koreaanse Oorlog (1950-1953) staat de Vietnamoorlog bekend als een gebeurtenis waarbij het tot een daadwerkelijk militair treffen kwam tussen communistische regimes enerzijds en kapitalistisch-democratische regeringen anderzijds. Hoewel het nooit tot een rechtstreeks strijd tussen de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie is gekomen, was de Koude Oorlog dus zo ‘koud’ nog niet. Omdat de Vietnamoorlog in de jaren 1960 op grote schaal via de televisie te volgen was, wat in de Verenigde Staten, maar ook in Europa tot grote protesten leidde, wordt de Vietnamoorlog ook wel ‘de eerste televisieoorlog’ genoemd. Dit conflict, voortgekomen uit de diepe angst voor het Communisme, was voor Amerika een strijd op zowel het echte front als op het thuisfront.
Tussen 1945 en 1954 hadden de Fransen (die voor de Tweede Wereldoorlog van Vietnam een kolonie hadden gemaakt) een bloedige oorlog in dat land uitgevochten met de Vietminh, een communistische groep onder leiding van Ho Chi Minh die de vrijheid wilde. De Amerikanen bekostigden een groot deel van de oorlog die de Fransen voerden, maar konden niet voorkomen dat de Fransen een nederlaag leidden tegen de communisten. Na deze nederlaag werd Vietnam bij de Geneefse Conventie gesplitst. Het Noorden was communistisch, het zuiden Westers. Er zouden vrije verkiezingen worden gehouden over de hereniging van Vietnam, maar als deze gunstig dreigen uit te vallen voor de communisten worden deze verkiezingen, gesteund door de VS, geschrapt. Vietminh guerilla's uit het Zuiden (genaamd Vietcong) begonnen openlijk te rebelleren. John F. Kennedy wilde Amerika's verbintenis met de containment politiek nog eens goed laten blijken en besloot dat Vietnam daarvoor de manier was. Hij stuurde daarom Amerikaanse soldaten naar het land. Eigenlijk was de Vietnamoorlog toen al een feit.
Op 7 Augustus 1964 werd de Tonkin-resolutie aangenomen door het Amerikaanse Congres. De Tonkin-bepaling gaf de Amerikaanse president Lyndon B. Johnson (1908-1973) de vrijmacht om alles in te zetten om het gevaar van Noord-Vietnam in te dammen. De Tonkin-resolutie vormde een rechtvaardiging voor onbeperkte agressie in Vietnam. Tonkin leidde tot massale luchtaanvallen en bombardementen op Noord-Vietnam.Op 13 februari 1965 gaven Johnson en zijn adviseurs de Amerikaanse legerleiding de opdracht om Operation Rolling Thunder uit te voeren.Deze operatie, die officieel startte op 2 maart 1965, hield aan tot oktober 1968. In die periode gooiden de Verenigde Staten 643.000 ton bommen op Noord-Vietnam.In 1970 herriep de Amerikaanse Senaat de resolutie uiteindelijk.
Waren de Amerikaanse media aanvankelijk nog positief over de Vietnamoorlog, rond 1966 en 1967 begonnen ze al kritische tonen aan te slaan. De oorlog (en vooral het aantal Amerikaanse slachtoffers) escaleerde snel, waarop meerdere kranten en de grote tv-zenders vragen begonnen te stellen over de politiek ten opzicht van Vietnam. Daarnaast werd hun berichtgeving steeds onnauwkeuriger, waardoor de (ten dele onterechte) indruk ontstond dat Amerikaanse soldaten gruwelijke moorden pleegden, er geen overwinningen geboekt werden, en dat Amerika in een hopeloze oorlog verzeild was geraakt: een grote oorlog waarin ruim een half miljoen Amerikaanse mannen en vrouwen betrokken waren en die op alle punten vastliep. Deze situatie en de hoogoplopende Amerikaanse verliezen leidden ertoe dat het moraal van de Amerikaanse troepen erg laag was; desertie en verzuim vierden hoogtij. Aan het thuisfront was het ook al niet veel beter: de roep van het publiek om de Vietnamoorlog te beëindigen werd steeds luider. Terwijl steeds meer Amerikaanse soldaten teruggetrokken werden, werd ook de financiële en materiële hulp aan de Zuid-Vietnamezen groter. Eind januari 1973 kwam het tot een vredesovereenkomst; Amerika beloofde zich terug te trekken uit Vietnam en er zou een staakt-het-vuren volgen. Dit staakt-het-vuren duurde echter niet lang; de Amerikanen waren nog niet weg of de Noord-Vietnamezen lagen alweer in de clinch met de regering in het zuiden en openden de aanval. In 1975 klapte het Zuid-Vietnamese leger in elkaar. De Amerikanen evacueerden de ambassade en namen enkele Vietnamezen die hen hadden gesteund mee; verreweg de meesten bleven achter en zouden door de Vietcong vermoord worden. Dit was de zwaarste militaire vernedering in de Amerikaanse geschiedenis. Op 30 april tekende Zuid-Vietnam de capitulatie; Vietnam was weer herenigd. De Vietnamoorlog was voorbij, maar de kosten in mensenlevens waren hoog. En het resultaat van de Vietnamoorlog? Exact hetzelfde resultaat had ook in 1956 gehaald kunnen zijn als de Amerikanen de verkiezingen hadden laten doorgaan. De Vietnamoorlog stelde de hereniging simpelweg 20 jaar uit tegen een gruwelijk hoge prijs.
Maak jouw eigen website met JouwWeb