Op 17 april 1961 landden 1.511 Cubaanse ballingen, vervoerd door Amerikaanse schepen en gedekt door Amerikaanse vliegtuigen, in de Varkensbaai. Al snel lopen ze tegen bijzonder fel verzet van de troepen van Castro aan, die via grondig werk van de eigen geheime dienst en via waarschuwingen van de Russische KGB op de hoogte waren van de invasieplannen van de CIA. Dit enorme tactische voordeel wordt grondig uitgespeeld en de door de Amerikanen gesteunde invasie wordt binnen twee dagen weggevaagd. Honderden ballingen worden door de troepen van Castro gevangen genomen en tientallen geëxecuteerd. Ruim anderhalf jaar later kunnen de overgebleven ballingen, in ruil voor 53 miljoen dollar aan voedsel en medicijnen, naar de Verenigde Staten terugkeren.

Monument voor de slachtoffers van het Varkensbaai-incident in Klein Havana, Miami, Florida. Het Varkensbaai-incident zou grote gevolgen hebben. Het beschadigt het aanzien van de regering-Kennedy en maakt Cuba alert voor toekomstige aanvallen vanuit de VS. Enkele topstukken van de CIA moeten als gevolg van de mislukte aanval het veld ruimen, en ook de president krijgt de nodige kritiek te verduren. De CIA heeft op haar beurt de kracht van het Castro-regime enorm onderschat, en de bereidheid van de Cubaanse bevolking om zich bij de opstandelingen aan te sluiten schromelijk overschat. Het incident overtuigt Castro ervan dat de Amerikanen hem met alle mogelijke middelen uit het zadel wilden werken. Hij haalt zijn banden met de Sovjet-Unie op zowel economische als militair gebied verder aan. ‘Varkensbaai’ zou zo de opmaat vormen voor de Cuba-crisis, waarbij de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie bijna in een oorlog verzeild raken over op Cuba te plaatsen Sovjet-raketten.

Maak jouw eigen website met JouwWeb