Het ontstaan van de NAVO (NATO in het Engels) hing nauw samen met het begin van de Koude Oorlog vlak na de Tweede Wereldoorlog, tussen het democratische West-Europa en Amerika en de communistische Sovjetunie. Het bondgenootschap dat Amerika en Rusland in hun strijd tegen Duitsland en Japan bij elkaar hield was uiteengevallen, en wantrouwen en vijandigheid waren ervoor in de plaats gekomen. De Sovjetunie had de landen van Oost-Europa ingelijfd en Duitsland was in tweeën gedeeld. Op hetzelfde moment was West-Europa bankroet en lag het in puin: in Amerikaanse ogen een doelwit voor de verdere verspreiding van het communisme, zowel van buitenaf door de Russen als van binnenuit door communistische partijen.
Op 4 april 1949 was het nieuwe bondgenootschap eindelijk een feit en werd in Washington DC de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie opgericht. Naast militaire samenwerking werden de landen ook aangespoord om de democratie te bewaken en zo veel mogelijk op andere terreinen te overleggen.
Twaalf landen waren vanaf het begin lid: de VS en Canada aan de ene kant van de Atlantische Oceaan, en Groot-Brittannië, Frankrijk, Italië, de Benelux, Noorwegen, Denemarken, IJsland en Portugal aan de andere kant. Gedurende de jaren werd de NAVO steeds verder uitgebreid: in 1952 kwamen Griekenland en Turkije erbij, in 1955 West-Duitsland en in 1982 Spanje.
Het belangrijkste punt in het verdrag was artikel vijf, dat stelde ‘een gewapende aanval op één of meerdere van hen in Europa of Noord-Amerika als een aanval tegen hen allen beschouwd zal worden’.
De Korea-oorlog in 1950 en de Vietnamoorlog in de jaren waren ’60 geen NAVO-inspanningen, maar oorlogen van de VS, en in het geval van Korea de VN. En ook bij de bouw van de Berlijnse Muur in 1961 of de Cubacrisis van het jaar daarop was de NAVO geen partij.
Wel had het bondgenootschap een preventieve werking. Het was uitgesloten dat de Sovjet-Unie één land apart aan zou vallen, omdat dit meteen tot een wereldoorlog zou leiden. Zo zorgde de NAVO ervoor dat het machtsevenwicht tussen oost en west in de Koude Oorlog behouden bleef, zeker toen de Oostbloklanden in 1955 het Warschaupact, hun eigen bondgenootschap, oprichtten. Omdat het Warschaupact veel grotere legers had, besloten de Amerikanen dat ze bij elke aanval zouden overgaan op massive retaliation (‘massale vergelding’): een grootschalige aanval met kernwapens. Dit zou elke provocatie van de Russen, hoe klein dan ook, afschrikken.
Maak jouw eigen website met JouwWeb