De Russische Revolutie van begin 1917 maakte een einde aan het bewind van de tsaar en legde het fundament voor de oprichting van de Sovjet-Unie.Het bewind van de tsaar werd vervangen door de Voorlopige Regering. Vladimir Lenin veroordeelde de nieuwe Voorlopige Regering, die voornamelijk bestond uit vertegenwoordigers van de heersende klasse (grootgrondbezitters en fabriekseigenaren), en riep op tot strijd tegen de regering en tegen de aanhoudende deelname van zijn land aan de oorlog. Om de Voorlopige Regering te verdrijven, wees Lenin zijn handlangers in de Russische sociaaldemocratische arbeiderspartij aan, beter bekend als de bolsjewieken

De Russische Revolutie ging nu haar beslissende fase in. Het tweede gedeelte van de Russische Revolutie, de Oktoberrevolutie, bereikte op 25 oktober 1917 zijn hoogtepunt. Lenins rechterhand coördineerde een staatsgreep tegen de Voorlopige Regering. De bolsjewieken kregen het machtsmonopolie en installeerden het communistische bewind waar de marxist Vladimir Lenin al jarenlang van had gedroomd. Met de Oktoberrevolutie wilde Lenin ook een voorbeeld zijn voor de volkse klassen in het westen en hen aanzetten het Russische voorbeeld te volgen, niet enkel vanuit een internationalistisch idealisme, maar vanuit de stellige overtuiging dat een uitbreiding van de revolutie fundamenteel noodzakelijk was voor de overleving van de revolutie. De revolutie in Rusland kon alleen zegevieren als ze het kapitalisme omver zouden werpen.

Toen de bolsjewieken zich hielden aan de belofte om Rusland in 1918 uit de Eerste Wereldoorlog te halen, gingen de niet-bolsjewieken de gewapende strijd aan tegen de communisten. En in de zomer van 1918 ontaardde deze strijd in een bloedige burgeroorlog tussen ‘de roden’ (bolsjewieken) en ‘de witten’ (niet-bolsjewieken). De burgeroorlog tussen de roden en de witten bracht Sovjet-Rusland in een diepe economische en sociale crisis. De strijd eindigde eind 1920 met de overwinning door de bolsjewieken.

In 1922 werd de Sovjet-Unie gevormd, die uit 15 republieken bestond, en na de dood van Lenin in 1924 nam Jozef Stalin het land in een ijzeren greep. De Sovjet-Unie wordt in de jaren twintig door een toenemend aantal landen officieel erkend en de handelscontacten breiden zich uit. Toch blijft het wantrouwen van Westerse zijde jegens Moskou groot, wat voor een belangrijk deel is toe te schrijven aan de voortdurende ondermijnende activiteiten van de Communistische partijen.

De Russische Revolutie vormde het begin van de zenuwslopende Koude Oorlog.

De meeste kapitalistische staten, in ieder geval de westerse, zijn democratieën, met vrijheid en vrijheid van meningsuiting. Kapitalisme is voor Amerikanen niet zozeer een economisch model, maar vooral een manier om persoonlijke vrijheid – Life, Liberty and the pursuit of Happiness – te beschermen.

Het communisme daarentegen is geen democratie, verder is er geen vrijheid van meningsuiting, en er is geen vrijheid in het algemeen. Communisme is een dictatuur, wat precies het tegenovergestelde is van vrijheid, vrijheid van meningsuiting en democratie.